Tarieven

Salbar Fysiotherapie is BIG-Keurmerk en SKF KNGF geregistreerd en werkt samen met  zorgverzekeraars dus uw behandeling wordt meestal vergoed

De fysiotherapeuten die je via deze website vindt, zijn allemaal ingeschreven in het Centraal Kwaliteitsregister voor fysiotherapeuten. Ze voldoen aan de kwaliteitseisen van dit register en werken volgens de officiële richtlijnen van het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie. Doordat ze geregeld bijscholingen moeten volgen, werken ze op basis van de meest recente, wetenschappelijke kennis. Zo weet je zeker dat de fysiotherapeuten die je hier vindt garant staan voor de best mogelijke behandeling.
Restitutie Tarievenlijst 2020:
Omschrijving
Prijs
Duur*
Zitting fysiotherapie
€42,50-
25 min
Zitting aan huis
€58-
30 min (1e consult 60 min)
Zitting E-Fysiotherapie

oefeningen programma Physi App

€42,50,-
25 min
Screening
€15,-
5 min
IASTM therapie
€55,-
25 min
Massage therapie
€42,50,-
30 min
Personal Medical Fitness Training
€85,-
45 min
Orthomoleculair fysiotherapie consult
€85,-
45 min
Intake en onderzoek na screening fysiotherapie
€65,-
20 min
Intake en onderzoek na verwijzing
€45,-
25 min
Eenmalig fysiotherapeutisch onderzoek
€85,-
50 min
FysioFitness 1x p.w., per kwartaal
€90,-
60 min per keer
Easy Taping
€22,-
15 min per keer
Niet nagekomen afspraak **
€42,50
Eenvoudige korte verslagen
€65,50,-
Cranio Sacral Therapie
€95,-
Verslag schadeverzekeraar
€95,-
Verstrekte verband en hulpmiddelen
€ 10-
* De duur van elke behandeling of intake kan afwijken
** Indien niet 24 uur vooraf afgezegd en indien de therapeut niet een nieuwe cliënt op dat tijdstip kan plannen

zorgverzekeringen
Directe Toegankelijkheid Fysiotherapie
Sinds 1 januari 2006 is het niet meer noodzakelijk om een verwijzing van een (huis-)arts te halen voor een fysiotherapeutische behandeling. U kunt dus rechtstreeks met uw klacht(en) naar een van de fysiotherapeuten. Voor behandelingen aan huis is echter nog wel een verwijzing van uw huisarts of specialist nodig. De fysiotherapeut bekijkt tijdens een screening of u behandeld kunt worden of dat het noodzakelijk is om toch eerst door een arts gezien te worden. Indien uit de screening blijkt dat fysiotherapie een adequate behandelvorm is dan volgt aansluitend het onderzoek/de behandeling. Deze screening wordt door de verzekeraar als een behandeling gezien, dit houdt in dat een eerste bezoek aan de therapeut als 2 behandelingen door de verzekeraar wordt gedeclareerd.
Algemene informatie over vergoeding van fysiotherapie 2020
salbar-fysiotherapie-1Chronische aandoeningen
De vergoeding van behandelingen fysiotherapie voor chronische patiënten  wordt vanaf de eenentwintigste behandeling vanuit de basisverzekering geregeld. De eerste twintig worden vanuit de aanvullende verzekering vergoed. Als u dus niet aanvullend verzekerd bent moet u de eerste twintig behandelingen zelf betalen.Kinderen tot 18 jaar
Voor kinderen tot 18 jaar blijft de oude verstrekking van vóór 2004 in stand, dat wil zeggen vanuit de basisverzekering blijft het volgende gedekt:
18 behandelingen per indicatie per jaar (de rest vanuit de aanvullende verzekering van de ouders).
behandeling van aandoeningen uit de chronische lijst een volledige dekking vanuit de basisverzekering bij kinderen.
  • Hoeveel behandelingen voor fysiotherapie krijgt u vergoedt?
  • Het overzicht van vergoedingen uit de aanvullende verzekeringen kunt u nalezen in de polisvoorwaarden, die u van uw verzekeraar hebt gekregen.
Voorbeelden:
  1. U heeft nekklachten en u bent verzekerd voor 6 behandelingen fysiotherapie en u heeft er 8 nodig. Dit houdt in dat u nog 2 behandelingen zelf moet betalen.
  2. U heeft een totale knie operatie ondergaan (is een Chronische aandoening voor een jaar mits medisch noodzakelijk)en u heeft een verwijzing van uw specialist gekregen voor fysiotherapie. Uw aanvullende verzekering vergoedt twaalf behandelingen, dan zult u er zelf acht moeten betalen. Vanaf de eenentwintigste behandeling gaat de vergoeding vanuit de basisverzekering in.
  3. U heeft last van u knie en u heeft geen aanvullende verzekering. In dat geval zult u alle behandelingen fysiotherapie zelf moeten betalen.
Hierboven staan een aantal voorbeelden voor verzekerden boven de achttien jaar, maar ook dan is de situatie voor iedereen anders. Dus heeft u vragen over uw eigen situatie of over de regeling voor verzekerde onder de achttien jaar neem dan gerust contact met ons op. We zullen dan uw vragen beantwoorden.

Hoe is de tarief fysiotherapie opgebouwd?

In de ‘harde’ sectoren geldt de ijzeren wet van vraag en aanbod. Schaarste drijft de prijs op, overvloed doet de opbrengst kelderen. Hoe anders is dat in onze ‘zachte’ sector, waar vraag en aanbod min of meer in evenwicht zijn (wachtlijsten daargelaten) en waar prijzen gewoon worden vastgeklonken door een paar grote bedrijven. Het gaat er dan om wat die bedrijven willen uitgeven aan –in dit geval- fysiotherapie en niet om de vraag wat het ‘product’ eigenlijk kost.

 En vooral…wat ontbreekt is een antwoord op de vraag wat de consument voor ons ‘product’ over heeft!
Een onverklaarbaar gat
Het gat tussen het tarief dat verzekeraars bieden (al jaren schommelt dat onwrikbaar rond de 30/34 euro per zitting, met opvallend kleine verschillen tussen de diverse basiscontracten) en wat een fysiotherapie-zitting nu eigenlijk kost is enorm en onverklaarbaar.
Reken even mee.
De  officiële NZa-formule voor een kostprijsberekening is:
inkomensbestanddeel + praktijkkosten

haalbaar aantal zittingen per jaar
In 2013 stelde functiewaarderings-organisatie FWG VVT, op basis van de cao voor  een inkomen van  €67.553 voor een fysiotherapeut vast.
De VvAA onderzocht in 2012 de kosten voor een solopraktijk fysiotherapie en kwam uit op € 36725,-. En voor de vaststelling van het aantal haalbare zittingen zijn we uitgegaan van 220 werkdagen van 6 uur, met 2 zittingen per uur. Dus:
€ 67.553,=. + € 36.725=

2640
Uitkomst: € 39,50 per zitting….
Maar vooruit, op één been kun je niet staan. KPMG deed in 2016 nog eens (indicatief!) onderzoek. Zij berekenden dat de kostprijs voor een zitting fysiotherapie op € 44, komt. Let wel, dat is exclusief ondernemersrisico en rendement op eigen vermogen van 2-2,5%.
Laten we dus zeggen dat een kostprijs anno 2022 (inflatie + hoge energieprijzen)van € 44,= een redelijk nauwkeurige standaard is. Die 2 euro verschil tussen de NZA rekenmethode en het KPMG-onderzoek verklaar ik gemakshalve als een gevolg van verschillen in gekozen uitgangspunten. Geen enkele praktijk is hetzelfde, immers.
Ikzelf publiceer op mijn website een prijs per zitting van € 42,50. Dat bedrag heb ik zorgvuldig uitgerekend en het is nodig om mijn bedrijf gezond te kunnen draaien. Geen woekerwinsten. Gewoon een eerlijke prijs/kwaliteitsverhouding.
Collega-praktijken zouden dus op vergelijkbare tarieven moeten uitkomen. Maar wat schetst mijn verbazing na het bekijken van zo’n 50 websites van andere praktijken? De gepubliceerde prijs per zitting kent daar een bandbreedte van tussen 29 en 33 euro, als er al tarieven worden vermeld, overigens!
In mijn onderhandelingen met zorgverzekeraars, krijg ik dan ook steevast te horen dat hun tarieven redelijk marktconform zijn. Ze liggen immers maar enkele euro’s onder die van de fysiotherapeuten zelf…
Ik blijf dus achter met de vraag waarom fysiotherapeuten niet gewoon de reële kostprijs op hun websites publiceren….

Laatste ontwikkelingen rond aanvullende verzekering voor fysiotherapie.

Meest aanbevolen zorgpolissen voor 2022?

Wat is nu eigenlijk een behandelindex fysiotherapie?
Een behandelindex fysiotherapie is een gecorrigeerd behandelgemiddelde ingesteld door zorgverzekeraars. Zo wordt de behandelindex fysiotherapie onder andere gecorrigeerd op de leeftijd van de patiënten, verzekeringsgrond (basis of aanvullende pakketten) en de zorgzwaarte.
Berekening behandelgemiddelde
Het behandelgemiddelde wordt berekend door: het totaal aantal zittingen te delen door het aantal patiënten die de praktijk in een bepaalde periode in behandeling is geweest. Vervolgens wordt hierop gecorrigeerd door de bovenstaande punten.
Hoe de correctie exact wordt toegepast is niet bekend.
Zorg.nu besteedt aandacht aan de behandelindex voor fysiotherapeuten. Hoe komt zo’n cijfer tot stand en wat merk je van deze index als patiënt? informatie over fenomeen-vereiste van uw verzekeraar de Behandelindex

Voldoende behandelingen fysiotherapie niet gegarandeerd?

Het afsluiten van een uitgebreide zorgverzekering blijkt niet altijd een garantie te zijn op voldoende fysiotherapie behandelingen. De afgelopen tijd verschenen er berichten in de media m.b.t. de scherpe controle van zorgverzekeraars op het aantal behandelingen van fysiotherapeuten. De kans bestaat dat fysiotherapeuten op basis hiervan besluiten nemen die niet in het voordeel van de patiënt zijn.
RTL Nieuws voerde hierover gesprekken met een aantal fysiotherapeuten, waaruit naar voren kwam dat zij bang zijn voor de sancties die de zorgverzekeraars hen kunnen opleggen. Deze sancties kunnen bestaan uit het opleggen van een korting op het behandeltarief of zelfs het weigeren van een contract. Dit laatste betekent dat verzekerden hun behandeling bij de betreffende fysiotherapeut niet meer volledig vergoed krijgen. Zilver Kruis Achmea en CZ, Ohra en Delta Lloyd en Zorg en Zekerheid zijn de grootste zorgverzekeraars, gaan het verst in de controle op het aantal behandelingen. De prestaties van de fysiotherapeuten worden door zorgverzekeraars beoordeeld aan de hand van een behandelingsgemiddelde. Gespecialiseerde praktijken komen met dit gemiddelde niet uit de voeten. De zorgverzekeraars werken met een zgn. behandelindex, waarbij per aandoening een gemiddeld aantal behandelingen berekend wordt. Als een fysiotherapeut van dit aantal afwijkt, dan gaat de zorgverzekeraar met de therapeut in gesprek.
“Het gemiddeld aantal behandelingen per cliënt daalt ieder jaar verder. Bij Achmea ligt het nu op minder dan 11 zittingen.
Dat is gewoon te laag”, zegt Henk Jansen, bestuurslid van het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF).Het gevolg is dat veel therapeuten proberen aan het gemiddelde te voldoen. “Sommigen breken de behandeling vroegtijdig af. Andere praktijken weigeren complexe of chronische gevallen om problemen met de verzekeraar te voorkomen”, zegt Jansen.
CZ vindt dat de scherpe controle de kwaliteit juist verhoogt. “Het is zeker niet de bedoeling dat een klant niet de zorg krijgt die nodig is”, zegt Chris Schoneman van CZ. “Als een doorsnee klant voor een lage rugpijn 10 behandelingen nodig heeft, en een fysiotherapeut doet er 15 over, dan gaan we daarover in gesprek. Als die therapeut geen plausibele verklaring heeft waarom die veel meer behandelingen nodig heeft dan de buurman-fysiotherapeut, dan overwegen wij om het contract op te zeggen.”

“Behandelindex voor fysiotherapeuten werkt averechts” volgens Patiënten Federatie

Geplaatst op door Gerard Boschman op Zorgkaart Nederland.nl
Als CEO van Intramed (ontwikkelaar van elektronische patiëntendossiers) is het eigenlijk niet aan mij om een mening te geven over de ontwikkelingen binnen de fysiotherapie. Toch ga ik zondigen, omdat ik me als insider zorgen maak over enkele ontwikkelingen binnen de fysiotherapie die de kwaliteit van een deel van onze zorg raken.
Het beoogde effect
De tarieven die fysiotherapiepraktijken vergoed krijgen van de verzekeraars, staan al jaren stil. De praktijkkosten nemen echter substantieel toe. Bovendien sturen verzekeraars steeds sterker op de zogenoemde behandelindex. Ze zetten de behandelindex in om te zorgen dat fysiotherapeuten niet te veel behandelingen per patiënt doen, zodat de zorg betaalbaar en kwalitatief goed blijft.Met de behandelindex geeft elke verzekeraar in een getal aan hoeveel behandelingen er volgens deze verzekeraar gemiddeld per patiënt worden gegeven. Stel dat een verzekeraar voor een bepaalde aandoening gemiddeld 12 behandelingen vergoedt. De index is daarmee 100. Als een fysiotherapiepraktijk gemiddeld 13,2 behandelingen levert, dan heeft die praktijk een index van 110, een hoge index. Levert een praktijk gemiddeld 10,8 behandelingen, dan staat de index op 90; dat is een lage index.Praktijken met een hoge index (>110) lopen het risico dat ze een jaar later geen contract meer kunnen afsluiten met die verzekeraar. Dus gaan praktijken op zoek naar mogelijkheden om tot een lagere index te komen (<100); de opzet van de behandelindex.
Het averechtse succes
Binnen de fysiotherapie doet het systeem van de behandelindex zo goed zijn werk dat het aantal behandelingen per patiënt binnen 3 jaar van gemiddeld 11,8 naar 10,1 is gegaan. Dat lijkt een gewenste prestatie, want ondanks een toename van het aantal patiënten is het totaal aantal behandelingen in 2015 niet gestegen. Toch zijn verzekeraars niet tevreden. Ze blijven de index namelijk aanpassen, wat onbedoeld leidt tot een averechts effect.Dat gaat als volgt. Stel, een verzekeraar heeft het gemiddeld aantal behandelingen van afgelopen jaar op 11,8 beoordeeld en een praktijk is van gemiddeld 12,0 naar 11,5 behandelingen gegaan. Dan zou je denken dat die praktijk een positieve beweging heeft gemaakt: hetzelfde zorgresultaat tegen minder behandelingen (figuur 1). Maar dat lagere behandelgemiddelde is de verzekeraar niet genoeg, want in het jaar daarop wordt de index aangepast; het staat dan op 11,0. Waarschijnlijk wordt de index in het jaar daarna weer aangepast, naar 10,1 bijvoorbeeld. Een glijdende schaal die een nadelig effect gaat hebben op de mogelijkheden om de kwaliteit van zorg nog in stand te houden, laat staan verbeteren.
Ontwikkeling behandelindex
Figuur 1: Ontwikkeling van de behandelgemiddelden fysiotherapie in Nederland. Bron: ParaBench.
Zorgen om de zorg
Als verzekeraars blijven sturen in de kwaliteit van fysiotherapeutische zorg met een steeds lagere behandelindex, dan zou dit het einde kunnen inluiden van goed fysiotherapeutisch handelen. In mijn ogen is dit een koude sanering van de beroepsgroep. Ik zou graag zien dat de energie van welwillende praktijken gestoken wordt in het verbeteren van de kwaliteit van de zorg. In technische vernieuwingen, nieuwe behandelmethoden, in ICT. En dat verzekeraars deze praktijken gaan belonen voor hun inzet. Ongetwijfeld zullen er wel eens overbodige behandelingen gegeven worden, maar ik denk dat de kosten zeker op de (middel)lange termijn zullen afnemen. En dat is uiteindelijk waar iedereen bij gebaat is. Betere zorg tegen lagere kosten.Daarom geloof ik erin dat verzekeraars de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van zorg vooral bij de praktijken zelf moeten laten. Dat kan door met zorgproducten te werken. Neem als voorbeeld schouderklachten; ze worden in 2016 tegen vaste prijzen vergoed. Ik neem even als rekenvoorbeeld € 350 per patiënt. Als een fysiotherapiepraktijk dankzij innovatie minder kosten maakt, dan worden de opbrengsten gedeeld tussen de praktijk en de verzekeraar. Stel dat deze praktijk € 50 per patiënt weet te besparen, dan ontvangen zowel de verzekeraar als de praktijk € 25 retour. Dit zogenoemde ‘Shared Savings-model’ geeft praktijken de ruimte om te innoveren. Patiënten zullen hierdoor betere en effeciënte zorg ontvangen.
E-health stimuleren
E-health maakt ook efficiënte zorg mogelijk, maar is er geen enkele prikkel voor fysiotherapiepraktijken om e-health op grote schaal in te zetten. Terwijl er voldoende patiënten zijn die dit wel graag zouden willen. De inzet van e-health gaat momenteel nog ten koste van de omzet van de praktijk, die al ernstig onder druk staat.Het stimuleren van e-health vraagt om een ander financieringsmodel, zodat praktijken zelf de verantwoordelijkheid kunnen nemen voor de inzet van e-health. Ze kunnen dan sneller en beter vernieuwen in het voordeel van zowel hun patiënten als de praktijk zelf. Daarom roep ik partijen op om samen op zoek te gaan naar duurzame oplossingen waarin niet alleen de kosten centraal staan maar juist de zorg voor patiënten. Dan krijgen fysiotherapeuten de kans om te vernieuwen in de kwaliteit van de zorg.
Gerard Boschman (@GerardBoschman)